Er was eens een reus die het hele rijk bezighield. Alle onderdanen werkten hard om de reus tevreden te stellen, want de reus had gezegd dat als hij niet telkens groeide het slecht met de mensen zou aflopen. De mensen waren bang voor de reus, maar er waren ook veel mensen die de reus juist heel aardig vonden, want zij kregen kado’tjes van hem en mochten met hem mee-eten tot ze er heel dik van werden.
Nu was het lastige dat de reus heel veel poepte en hoe meer hij at hoe meer hij poepte. Eerst roken de mensen dat nog niet zo erg, en verstopte hij zijn poep ook nog goed, zodat de mensen het niet zo erg zagen en roken. Maar na een tijdje waren alle verstopplekken vol en kon de poep niet meer verstopt worden. Ook werd de stank steeds erger. Er werden mensen ziek van.
Maar de reus bleef dreigen dat als hij niet groeide het slecht met de mensen zou aflopen.
Op een gegeven moment begonnen er mensen zich af te vragen wat de gevolgen waren van al die poep en die stank. Ook vroegen ze zich af of wat er zou gebeuren als de reus niet meer groeide. Ze gingen op zoek naar het kasteel van de reus.
Toen ze dat gevonden hadden bleek de reus een broertje te hebben dat niet zoveel at en niet zoveel poepte. Eerst kende niemand dat broertje, maar toen ze hem leerden kennen vonden ze hem veel aardiger dan de grote reus. Het broertje hoefde niet zoveel als zijn grote broer en vond het fijn als de mensen zelf ook wat over hielden. Daarom poepte hij veel minder en hadden veel meer mensen genoeg te eten. De grote reus werd woedend en begon nog harder te dreigen. Zijn vrienden wilden hem graag helpen, want zij waren bang dat ze niet meer mochten mee-eten. Zij vertelden de mensen dat het echt erg zou zijn als de reus niet meer groeide en bedachten steeds nieuwe manieren om de reus te voeden.
De grote reus heette Economie en zijn broertje alleen maar Eco, want hij was nog maar klein.